Echt niet.
Wat?
Dat ík later een stiefmoeder word.
A. was elf en wist het zeker. Ze ging niet voor andermans kinderen zorgen. Zoals ik voor haar sinds haar vijfde. Ik snapte het wel.

Waarom zou je geen stiefmoeder willen worden?
Tsja. Waarom wel? Als kind wil je astronaut worden of detective, maar niet die nare mevrouw die Sneeuwwitje het bos instuurt
In het echte leven heeft ze ook al geen beste papieren. Haar liefde is tweedehands en ze bouwt een relatie op de brokstukken van de vorige. Geen roze wolk voor de stiefmoeder. Meer een stofwolk als je Google moet geloven.
En waarom ben je het dan toch geworden?
Because life is what happens to you while you’re busy making other plans. Ik werd verliefd. Sinds jaar en dag de beste reden om je in welk avontuur dan ook te storten.
Mijn avontuur bestond uit het stiefmoederschap voor twee peuters en (nog enger) een verhuizing naar een vinex-wijk in Amsterdam Noord.
En toen begon het gedonder?
Niet echt. Tenminste, niet meer of minder dan toen ik moeder werd van een zoon. Hooguit anders.
Tijdens onze eerste vakantie in Frankrijk vergat ik dat je geen Pernodjes in het dorp kunt drinken als er twee meisjes in de caravan liggen te slapen. Ik was pijnlijk onervaren.
Dan klopte ik mijn stiefdochter onhandig op haar rug als ze haar moeder miste. Dan deed het pijn als de meiden vanaf de camping belden en niet naar mij vroegen. Of ik voelde me bekritiseerd als hun moeder lachend tegen me zei dat ik wel wat strenger mocht zijn voor haar twee aapjes.
Maar daar staat genoeg tegenover.
Zoals?
Dat mijn jongste stiefdochter me op haar zesde vroeg of ze me ook mama mocht noemen. Dat ík favoriet ben bij het naar bed brengen omdat ik Elke dag een vraag introduceerde. Dat de oudste mij dagelijks belt in de week dat ze bij haar moeder is en van school naar huis fietst.
We hebben veel plezier samen.
Dus stiefmoederen is ook leuk?
Ja. En dat zou je bijna vergeten bij de wildgroei aan stiefcoaches, stiefplannen en boeken met titels als Stiefmanagement en Je wist waar je aan begon.
Er valt zo weinig te lachen. Maar dat is niet mijn ervaring wanneer mijn zoon niet met zijn halfzus maar met háár stiefzus op de schoolfoto staat. Of wanneer hun moeder en ik samen de jongste in het ziekenhuis bezoeken en verwarring zaaien over onze relatie bij het verplegend personeel.
En ze plagen me thuis nog steeds met het Pernodjes-verhaal.
Vrolijkheid als oplossing voor de problemen?
Zo werkt het natuurlijk niet. Maar meer luchtigheid en positieve verhalen kun je als stiefmoeder wel gebruiken.
Als vrolijk duwtje in de rug.
En omdat het genuanceerder is dan de zoekresultaten op Google.